Lange tijd vormden donateurs voor veel goede doelen een anonieme en vervangbare bron van inkomsten. Maar de rollen zijn snel aan het veranderen, de kaarten zijn opnieuw geschud. Veel (grote) donateurs beschouwen hun charitatieve activiteiten als een weg naar zelfontplooiing en ze zijn vooral op zoek naar impact voor zichzelf en de uiteindelijke begunstigden.
De NGO’s worden daarbij steeds vaker gezien als tussenpersonen, die alleen worden betrokken als ze een onmisbare meerwaarde leveren in de keten.
Binnen dat veranderende krachtenveld krijgt ook de rol van de fondsenwervers een andere betekenis. Steeds meer moeten ze kunnen bouwen op hun sociale vaardigheden, op het vermogen om ‘echte gesprekken' te voeren met de donateurs. We moeten ons continue afvragen, 'Wat kan ik toevoegen aan het leven van deze donateur?'. Empathie met potentiĆ«le donateurs en het vermogen om relaties op te bouwen en te inspireren worden de belangrijkste vaardigheden van een succesvolle fondsenwerver. De kennis van technieken blijft belangrijk, maar is echt niet meer voldoende.
Helaas zie ik nog veel te veel fondsenwervers die hun functie beperken tot het ontwikkelen van wervingsprogramma's, waarbij ze miljoenen mailings en honderdduizenden telefoontjes afvuren op hun donateurs. Op zich kan dat best verstandig en rendabel zijn, maar je komt er echt niet mee weg als je daarnaast niet ook een-op-een relaties aan het opbouwen bent. Ik weet ook wel: het is voor sommigen wat eng om persoonlijk om geld te vragen, maar als je daar echt fundamentele problemen mee hebt, vraag ik me af....waarom ben je dan fondsenwerver geworden?
Kortom, ik vind dat we als beroepsgroep veel sneller de 'move' moeten gaan maken van het anoniem om geld vragen naar het aangaan van echte relaties. Als we dat niet doen, maken we onszelf overbodig.
Abonneren op:
Posts (Atom)